èerlijks bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: eerlijkst (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. echt

    Eerlijks waor, zo was het en niet aans (Hoogeveen)

    Het is gien speulgoodbeest, het is een èerlijkse katte (Beilen)

    Dat is eerlijks gebeurd (Barger Compascuum)

    Zie ook:
  2. eerlijk

    Nou is Haarm een eerliekse jong

    Bron: J.H. Bergmans-Beins Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...