Ook: urder (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), order (Kop van Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)
orde
Daor is wal örder en regel (Anderen)
Daor mus örder op zaeken esteld worden (Uffelte)
Ik zin niet al te goed in örder
Het is der niet in örder
De ofvoer van de putte is niet in order (Broekhuizen)
As een peerd gien droeven hef, is het niet in örder (Dwingelo)
Het is an de örder van de dag (Eext)
Zie hebben alles goud in örder
Wij hebt het drok had met de verhoezing, mar non hew alles op örder (Borger)
Ie hebt natuurlijk de boel uut örder
Ik had het peerd wat oet örder