Geelbroek Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord
  1. vroeger woeste plaats vol kreupelhout tussen Assen en Beilen

    Ie moet niet zo had schrouwen, men kan het in Geelbrook wal heuren (Beilen)

    Waor gaoj hen? Wie gaot hen Geelbroek

    um lillijkers te vangen (Smilde)

    Gao toch hen Geelbroek, lilkers vangen

    z. ook

    Bij Geelbrouk holdt wereld op (Zuidlaren)

    Hie rop of hie in Geelbroek zit

    aan lage wal

    Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...