Gelders bijvoeglijk naamwoord
  1. Gelders

    De eeikschillers hadden aaid een Gelderse koou bij zich veur de mölk

    z. ook

    Gelderse pot

    z. ook

    Gelderse mollen (Wijster)

    krallen

    z. ook

    Vrogger bij het iekboken maakten wij Gelders holt en duzendholt (Uffelte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...