Keuls bijvoeglijk naamwoord
  1. Keuls

    In de Keulse pot deden ze sniebonen (Odoorn)

    zuurkool (Barger Oosterveld)

    worst, hutspot (Ruinerwold)

    kortgoud van het zwien, zoas ribbegies en botties (Roderwolde)

    De Keulse pot worde ook wel gebruukt um eier in de kalk te zetten (Hoogeveen)

    Vrogger zeden aolde meinsen Keuls water tegen alderein (Hollandscheveld)

    Een Keulse boer

    Hij is zo gesleuten as een Keulse pot (Coevorden)

    Hij stapt as een Keulse haan

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...