Putten, van
  1. achternaamonbepaald persoon, in gezegdes als

    Akkoord van Putten

    Komp veur mekaar (Barger Compascuum)

    in orde van Putten (Zeyen)

    Dat is juust, van Putten (Nieuw Amsterdam)

    Van Putten, kom jij is hier (Anloo)

    Het is in örder, zee van Putten (Rolde)

    Zo is het, zei van Putten (Meppel)

    Van Putten wet het altied beter

    Bedankt veur de tip, van Putten (Uffelte)

    Daor komp van Putten ook nog an

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...