achterbliever -s, de
  1. achterblijver

    Op dei achterblievers kunt wie nich meer wachten (Barger Oosterveld)

    Zie ook:
  2. bijenzwermpje dat als laatste nog van een korf komt (zwz), zie ook

    achterlaot

    Zie ook:
  3. dier, plant of persoon die achterblijft in groei of ontwikkeling

    Een laompien of een keugien dat mit de flessie wordt groot ebracht, is een achterblievertien (Havelte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...