achterdeur de
  1. achterdeur

    De achterdeur giet

    en

    Die gaot de aachterdeure uut

    vervangen daarbij

    Het is makkelijk, dat men een achterdeurtien hef

    plus zelfstandig naamwoord of voornaamwoord en treden meestal gescheiden op

    Hij har de krap van de achterdeur

    ik kom

    Een kalf bij de achterdeur aangeven

    hij heeft daar ook aan meegedaan

    Zie ook:
  2. achterschot(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    De achterdeure of het achterdeurtien is het achterschot van de varkensbrikke (Kerkenveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...