achtergaon onovergankelijk, sterk, werkwoord
  1. achterlopen

    De klok giet achter (Sleen)

    een haalf uur aachter (Balloo)

    De wekker mot niet wieder achtergaon (Schoonlo)

    Zie ook:
  2. volgen in een begrafenisstoet(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Der bint er underweg nog wal hiel wat bij achtergaon (Stieltjeskanaal)

    Een aole buur van oes is vandaag henbrocht, ik bin der ok nog achtergaon te volgen (Odoorn)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...