achterien bijwoord

Ook: achtereens

Bron: H. Tiesing & H. Tiesing
  1. zonder tussenpozen, aan één stuk door

    Zij hebben jaoren achteriene armoede eleden (Meppel)

    Het gung aachtereen deur (Balloo)

    an ien stuk achterien (Weiteveen)

    Zij zat mij aal achterene um de kop te zeuren (Hijken)

    Het hef al jaoren achterien een nat zummer west (Borger)

    As wij is wat mèer achtereens ofdoen kunden?

    Zie ook:
  2. achter elkaar aan

    Ze lopen achterien (Dalen)

    Wie fietst achtereine, ...achter'n eine (Barger Oosterveld)

    Tot honderd achtereen tellen (Diever)

    Die kiender hebt wel twintig keer achteriene det padtien of elopen (De Wijk)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...