uitgang aan de achterkant, achterdeur
De achteruutgaank over de dele giet gauwer (Pesse)
De achteruutgaank stund op een kiertie (Elim)
Op dit stuk laand moe'k een aachteruutgaank hebben (Diever)
achteruitgang.
De achteroetgang van het verienigingsleven (Sleen)
...van de booukweitverbouw (Eext)
Dat bedrief is in de achteroetgang (Wijster)
Der zit achteruutgang in zien ziekte (Weiteveen)