achteroetholden overgankelijk, sterk, werkwoord
  1. achteruitleggen

    Hie hef wat geld achteroetholden (Sleen)

    Ik heb wat poters achteroetholden, anders heb ik misschien nich genog (Barger Oosterveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...