achterumkieken onovergankelijk, sterk, werkwoord
  1. achteromkijken

    Een boer die knollen egt, mot niet aachterumkieken, want dan dèenkt e dat er gieneen staon blif (Anderen)

    Zie ook:
  2. bij voortduring zorg vragen(Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Det is niet stark ebouwd; door hej nogal gauw achterummekieken mit (Broekhuizen)

    Det is gien best goed, det kik nogal umtied achterumme (Broekhuizen)

    in de groei

    Nee meneer, det kik altied achterumme

    geboorte melden

    Zie ook:
  3. terugblikken

    Aj haost hebt, moej niet te vake achterumkieken (Hijken)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...