Spellingvarianten als bij: adel
tot de adel behorende
Hij is van aodellijke komof (Diever)
Dat vrommes is nog oet een adellijke femilie (Balloo)
Der zit adellijk bloed in
enorm
een tijdje bewaard, van wild(Kop van Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Een adellijke haze hef een weke hangen (Sleen)
Die haze mut eerst aodellijk worden, aans is hij niet lekker (Zuidwolde)