agil' bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: gil (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), gillig, gilst, angil', angil'le (Zuidwest-Drenthe Zuid), ageel' (Zuidwest-Drenthe Zuid), gehielig, agillijk (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), agillig (Zuidoost-Drenthe), algil (Zuidwest-Drenthe Zuid), agin'(ne) (Zuidwest-Drenthe), aginnig, in 't ginne, agils (Zuidoost-Drenthe), agien' (Zuidwest-Drenthe Zuid), angees' (Zuidwest-Drenthe Zuid), agullig, agul' (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), egil' (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), egiel' (Zuidwest-Drenthe Zuid), agen'ne (Zuidwest-Drenthe Noord), agel'le (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), guls, gels (Zuidwest-Drenthe Zuid)

Bron: J. Poortman & J. Poortman & Gegevens, aanwezig in het nagelaten materiaal van Naarding & Gegevens, aanwezig in het nagelaten materiaal van Naarding & Gegevens, aanwezig in het nagelaten materiaal van Naarding & Gegevens, aanwezig in het nagelaten materiaal van Naarding & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906
  1. alles alleen in combinatie met

    niet

    er niet op reageren als een ander je iets vertelt

    Maor zie wilt mij er misschien agil niet bij hebben (Sleen)

    Wij hebt gistern gil gien stoet kregen (Schoonebeek)

    Daor wuzzen wij agil niks van (Gasselte)

    Dat kan agin neet (Ruinen)

    Dat hef e agil niet daon (Beilen)

    Zij hebt oes guls niet neugd (Padhuis)

    Daor wo'k het nou in 't ginne niet aover hebben

    Bron: J. Poortman Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...