akte -n, -s, de
  1. akte

    Mien va had een akte veur een aolfoek (Dalen)

    Dei onderwiezer hef in de oorlogsjoren zien akte haald (Barger Oosterveld)

    Zie mussen eerst een akte overleggen (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...