almeugend bijwoord, tussenwerpsel, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: allemeugend, allermeugend, ..meugenst, ..meugens, ..mugend

Bron: H. Tillema & H. Tillema & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen & H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen
  1. in hoge mate, allemachtig

    Harm mug hum allemeugend geern

    lien

    Almeugend mooi weer

    'n Almeugens best wief

    Wel allemeugend nog toe

    'n Almeugendst raor geval

    Een allemugende toer

    'spel', waarbij een kind aan het hoofd wordt opgetild (Wijs), zie ook

    Bron: G. Broekhuizen & L. Jonker & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...