anbien overgankelijk, sterk, werkwoord
  1. aanbieden

    Zie hebt met 'n allen een cadeau anbeun (Padhuis)

    Ik heb hum anbeun um te helpen (Odoorn)

    Het is mooi anbeun, mor ik doe het niet (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...