andrukken overgankelijk, werkwoord, zwak
  1. aanduwen

    Druk de wagen even an, jonges, het peerd wil niet anzetten (Padhuis)

    Ie mut die plaanken wat stiever androkken (Hoogeveen)

    Ik kan het zo niet vaast kriegen; dat moej even andrukken (Anderen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...