ankeutern onovergankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe
  1. gestaag en langzaam vooruitgaan

    Ik heb 't breien maor mitneumen, het keutert al mooi an (Hollandscheveld)

    Hij keutert zachiesan wat veuroet, vlinnen jaor har e twee koenen en nou hef e al dree (Hijken)

    Laot ze mor lopen, zie keutert lekker an (Gasselte)

    Dennen hef goed ankeuterd

    in de laatste druppels bij het melken zit het meeste vet

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...