anlaan sterk, werkwoord, zwak
  1. opschieten met laden

    Wij meut anlaan, want aans dan kriew er nog règen ien (Ruinen)

    Zie ook:
  2. volladen

    Ie meur dei wagen nich zo anladen; hij wordt veuls te zwoor (Barger Oosterveld)

    Nog even een paar zakken vol en dan bin ik anladen

    de gevangenis in

    Die kerel was zo anlaon, dat hie kun niet meer lopen

    moppers

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...