opleveren
Dat kuj wel geworden laoten, dat levert niks an (Klazienaveen)
Het regent al 'n toertien, mor het levert niet an
bijv. bij een bevalling
leveren
We kunt weer rooien, want we bint an eleverd
grof voor: hij is overleden
As iene in vief porties mut lèvern, dan mut hij nog veier anlèvern (Hoogeveen)
Aj maar betaalt, wil de maalhandelaar wel anlèvern (Ruinerwold)