anmaakholt het
  1. aanmaakhout

    Hij har der een beste bult anmaakholt zitten (Barger Compascuum)

    Zie ook:
  2. (verkl.) aanmaakhoutje

    Ik wol het vuur anmaken, mar de anmaakholties waren op (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...