anrien II overgankelijk, werkwoord, zwak, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: anreden (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), anrieden

Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen & H. Molema, Proeve van een woordenboek van de Drentsche volkstaal in de 19e eeuw. MS UB Groningen
  1. nauwer maken door een band of door te plooien(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Ik moe de schoet nog even anreden (Sleen)

    Ik moe het wat stiever anreden (Sleen)

    Zie ook:
  2. het garen voor linnen en wollen stoffen zelf spinnen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...