anschoeven sterk, werkwoord, (on)overgankelijk
  1. aanschuiven

    Doe kanst zo bie taofel anschoeven (Barger Compascuum)

    Het eten is klaor, schoef mar an (Gasselte)

    Schoef een stoel an en drink een koppie mit (Nieuw Amsterdam)

    Zie ook:
  2. (op)duwen

    Kuj mij èven helpen de wagen an te schoeven? (Hoogeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...