anspannen overgankelijk, sterk, werkwoord, zwak
  1. aanspannen

    Het peerd mus eerst opzied, anders kun ik hum nich anspannen (Barger Compascuum)

    Zie ook:
  2. uitvoeren, inspannen(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Dat moet wij tehoop anspannen um dat wark daon te kriegen (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...