anstond bijwoord, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: aanstonds, anstens (Zuidwest-Drenthe Zuid), astond (Midden-Drenthe), astonds (Midden-Drenthe), anstonds (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid), anstoonds (Zuidwest-Drenthe Zuid), anstoons, astond(s)

Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906
  1. direct, dadelijk

    Ik kom anstond!

    Wie gaon aanstonds naor het laand (Emmer Compascuum)

    Slao der noou 'n beetie acht op waor oj langs gaot, astond moej hier allennig langs (Eext)

    De ko wil kalven, kooj anstonds even (Wapse)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...