antieken II onbepaald, wijs
  1. aantekenen

    Dat kanst doe toch wal in dat boukien anteiken (Barger Compascuum)

    Zie ook:
  2. in ondertrouw gaan(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    Hij hef hen antieken west (Dwingelo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...