anwèeisel -s, hetde, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord

Spellingvarianten als bij: wèeien

  1. ziekte, die je zomaar (van iem.) krijgt, meestal de griep(Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord)

    Het zal wel een anweeisel weden, de griep geeit ja weer rond (Eext)

    Zie ook:
  2. iets, dat is komen aanwaaien(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord)

    Wat heb wij een anweisel um het hoes liggen (Zweelo)

    Die moderne fratsen bint anweisels uut de stad (Diever)

    Zie ook:
  3. draai om de oren(Veenkoloniën)

    Ast nait oppaast, krigst een aanwaaisel (Emmer Compascuum)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...