aanzetten
Wost doe mie even een knoop anzetten? (Barger Oosterveld)
Wij hebt een stuk bij die ledder anzet (Gasselte)
inschakelen, een begin maken
Een klouwen gaoren anzetten
is niet helemaal waar
De radio anzetten (Smilde)
Aj 's mörgens reur komt, moej eerst het vuur anzetten (Sleen)
de kachel anzetten
eersteklas
een zet(je) geven
As wij even met mekaor anzet, is het zo gebeurd
aanvankelijk
aantrekken
Onverwachts zette het peerd an en toen sluug hij achterover
zie ook
Dat peerd wil nooit anzetten, aj twie wagens achter mekaar hebt (Padhuis)
Alveurens de boer 'Vurt bles' wil zeggen, zeg hij tegen de knecht: Klaos, helpt even anzetten! (Havelte)
Het gres zet goud an
zie ook
aanbakken
Het eten, ...de melk is anzet (Zwinderen)
De soep is wat an ezet en dan bedoele wij, dat ze haoste an ebraand is (Hollandscheveld)
Hie zet vet an
strooisel in paardenstal vlak maken (Gro), zie ook
slijpen
Het scheermes op de reime anzetten (Barger Compascuum)
Die spanzage mut neug an ezet worden, die is zo stomp as wat (Pesse)
Wie zetten het mes an op de putte (Barger Oosterveld)
Ik heb de zende an ezet (Nijeveen)
opdraven
Hij kwam er mit de heile femilie anzetten (Nieuw Schoonebeek)
aanfokken, optrekken
Hoeveel beest hef hij anzet?
Hij zet er nog een kalf bij an