anzien I het, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: anziens (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. aanzien

    De doomnie stait hoog in anzein (Peize)

    is in hoog anzeen (Diever)

    Zie ook:
  2. uiterlijk, gezicht

    Ik ken hum van anzeein neeit, ... neeit van anzeein, maor ik heb genog van hum heurd (Eext)

    Ik kenne heur niet van anziens (Broekhuizen)

    Het is van anziens een goed peerd (Schoonlo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...