appel -s, de
  1. appel

    Die jongen hebt oes in de appels zeten (Sleen)

    Gedreugde appels en paren

    Appels poffen (Havelte)

    Dat is het neusien van de appel

    lijdend aan diarree

    Zie hebt nog een appeltien veur de dörst

    failliet

    IJ moet mar deur de zoere appel hen bieten (Stieltjeskanaal)

    Der komp een schip met zoere appels an

    is niets waard

    Dat doe ik niet veur een appel en een ei, ... een scheet en twei knikkers (Hollandscheveld)

    dreei knikkers

    dat gaat je neus voorbij, je krijgt er niets van

    Ik heb nog een appeltie met hum te schellen

    Hij is de rotte appel in de femilie (Dwingelo)

    ...in de maande (Broekhuizen)

    Zij hef wangen as appelties (Coevorden)

    Hij hef een kleur as een appel

    al fluitend

    Bron: J. J. Uilenberg Zie ook:
  2. kringen op de huid, als teken van gezondheid(Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Het was zo'n gezond kind, het haar appeltjes op de billen (Valthermond)

    Dat peerd hef de appels op de pokkel (Barger Compascuum)

    De mooie appels likt boven in de körf (Beilen)

    Iene rotte appel in de maande mak de hiele boel te schaande

    laagje viezigheid of heel dun laagje ijs

    De appel valt niet wied van de boom (Gasselte)

    Aandermans appels bint aaid lekkerder

    van een tabakspruimer

    Wie gien appeltien veur de dörst wil bewaren, zal later daorvan het naodiel wel ervaren (Koekange)

    Wie zien lichaam goed bewaart, bewaart gien rotte appel

    hij heeft het heel goed

    Boer, boer, wat smaekt oen appels zoer (Wapserveen)

    Appelie rond, appelie rond/Val in mien schoetien en niet op de grond (Hooghalen)

    Appel op stokkien

    er zit een slag in het canvas (Hgv), zie ook bij

    Daor komp een schip met zoer appelties an/ Wat kost ze dan?/Ien cent, twie cent/Twie cent is mij veu (Oosterhesselen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...