appel
Die jongen hebt oes in de appels zeten (Sleen)
Gedreugde appels en paren
Appels poffen (Havelte)
Dat is het neusien van de appel
lijdend aan diarree
Zie hebt nog een appeltien veur de dörst
failliet
IJ moet mar deur de zoere appel hen bieten (Stieltjeskanaal)
Der komp een schip met zoere appels an
is niets waard
Dat doe ik niet veur een appel en een ei, ... een scheet en twei knikkers (Hollandscheveld)
dreei knikkers
dat gaat je neus voorbij, je krijgt er niets van
Ik heb nog een appeltie met hum te schellen
Hij is de rotte appel in de femilie (Dwingelo)
...in de maande (Broekhuizen)
Zij hef wangen as appelties (Coevorden)
Hij hef een kleur as een appel
al fluitend
kringen op de huid, als teken van gezondheid(Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)
Het was zo'n gezond kind, het haar appeltjes op de billen (Valthermond)
Dat peerd hef de appels op de pokkel (Barger Compascuum)
De mooie appels likt boven in de körf (Beilen)
Iene rotte appel in de maande mak de hiele boel te schaande
laagje viezigheid of heel dun laagje ijs
De appel valt niet wied van de boom (Gasselte)
Aandermans appels bint aaid lekkerder
van een tabakspruimer
Wie gien appeltien veur de dörst wil bewaren, zal later daorvan het naodiel wel ervaren (Koekange)
Wie zien lichaam goed bewaart, bewaart gien rotte appel
hij heeft het heel goed
Boer, boer, wat smaekt oen appels zoer (Wapserveen)
Appelie rond, appelie rond/Val in mien schoetien en niet op de grond (Hooghalen)
Appel op stokkien
er zit een slag in het canvas (Hgv), zie ook bij
Daor komp een schip met zoer appelties an/ Wat kost ze dan?/Ien cent, twie cent/Twie cent is mij veu (Oosterhesselen)