ark -en, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: aark(e), arke (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), aarke (Veenkoloniën), (Zuidwest-Drenthe Noord), aark (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. ark

    Die hef nog bij Noach in de ark ezeten

    een vrolijk iemand, losbol

    Die hebt met Noach in de ark zeten

    zie ook

    Die oolde haspel hef bij Noach in de ark zeten (Padhuis)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...