astrant bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: akstrant (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), astrantig, astraant, ekstrant (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), ekstraant (Zuidwest-Drenthe Zuid), apstrant (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), astrakt (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 & J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906
  1. flink, (al te) bijdehand, ook een beetje brutaal, vrijpostig, ondeugend en wat opstandig

    Dat is een ekstrante baos (Nieuw Dordrecht)

    Ik vind het wal wat astrant zunder eerst te vraogen

    Het leek mij een aordig astrant wief toe (Coevorden)

    Dat kind is toch zo'n astrant ding (Borger)

    Zien vrouw was een ekstrant wiefie

    ontslag

    Zie ook:
  2. streng(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Ik hebbe verkeerd edaone um het oe zo astraant an te zeggen, maar ik mene het zo goed mit oe

    Bron: H. van Dijk Zie ook:
  3. geprikkeld, enigszins boos(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Hie keek aordig ekstrant toe (Ruinerwold)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...