bèren I onovergankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: beren (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. baggeren, lopen

    Hij bèerde deur de modder en zag der uut as een varken (Hoogeveen)

    Kwaojongs kregen een ofjacht van de boer. Zie beerden deur de rogge (Exlo)

    Zie ook:
  2. hard roepen, schreeuwen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...