borst
Van kappen en körsten kriej dikke börsten (Gasselte)
Hai greep hom bai de borst (Roderwolde)
Zij hef het kind an de borst (Barger Compascuum)
Dat stuit mij tegen de börst (Diever)
Daor gonk vanmorgen een heer mit een witte borst en stevels an ...naor de laanden ien
zie ook
Hij het leiver een waarme borst as een kold kwaartie (Roderwolde)
Hij stak de börst nog al wat veuroet
een soort nachtschade, die in de slootswal groeit. De jeugd kauwde op een stukje van de houtachtige stengel (Hgv), zie ook
Ie kriegt de börst der tegen toe
zie ook
Hest dörste, kom an de börste (Balloo)
Maak de börst maor bloot
zie ook
Hij zet nogal wat börst op
zie ook
Hij zunk uut volle borst (De Wijk)
Börsten as körsten en tepels as vlooienbeten
ook
Die het te laank an de börst zeten
zou niet schaden
Hij hef een dikke borst
het laat mij onverschillig
Zoveul klem veur de börst hebben
degene die de schuld krijgt
Hie kun zeuven klem veur de börst hebben; dat is bij het törfgraven een koel van zeuven klemmen en (Geesbrug)
Zo hoge as de borst was zaten er zeuven klem törf (Pesse)
driftigheid
klem
ademhalingsorganen
Die jong hef zo'n slechte börst, mor hie rookt ok sigaren of het niks is (Sleen)
Hij hef het aordig op de börst (Hijken)
borstzeel
As het peerd niets vurtgunk, dan trök e deur de borst hen (Ruinerwold)
deel van wielspaak
An spieken mussen ze een börst veurzagen (Sleen)