bakhoes het
  1. apart gebouwtje, waar gebakken wordt of waaraan de oven vastzit

    Het was 3 bij 4 meter met an de ien kaant een trog, waor het deeg in klaormaakt wuur, een bakoven, m

    kaant anbouwd met een vuurmond in het bakhoes. En der stund een zicht um het meel te zeven en meel u (Emmen)

    van een slechte weg

    bakkamer

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...