baksteen
Hij gooide mit een baksteine naor het peerd (Barger Oosterveld)
Hij kun niet zwemmen en zunk as een bakstien (Kerkenveld)
Het vrös as een bakstien (Valthe)
...een bakstien dik (Sleen)
Het regende bakstienen (Buinen)
De grond is zo hard as een bakstien (Wapserveen)