balans de
  1. evenwicht

    Hie was hielmaol oet balans (Sleen)

    Zie ook:
  2. balans, staat

    Tegen neijaor moej de balans opmaken (Emmen)

    Zie ook:
  3. Wie hebt eerst de balans even opmaakt, veurdat wie wieder gungen (Barger Oosterveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...