Ook: balecht, balt, bolekt (Midden-Drenthe)
stomp, niet goed geslepen; op de snede scherp, vlak achter de snede te dik
De zende is balekt, hie mut neug haard worden (Oosterhesselen)
het feit is er nu eenmaal
bal
aan beide kanten scherp (wb, wm). Deze bet. is waarschijnlijk onjuist.
Zie ook: