onnut of lastig persoon, druktemaker, deugniet
De dree wichter van oze buren bint slim gezeggelijk, maor die jong is zo'n ballast! (Beilen)
Het is een flinke, gezonde jonge, mar o, het is zo'n ballast (Ruinen)
Een koper zunder geld is een ballast op de mark (Sleen)
rommel
Wat is het door altied een ballast op het arf (Broekhuizen)
Der komp ballast oet het juur
zie ook
lawaai
Het was altied dezelfde, die veul ballast meuk (Erica)
lomp beest(Zuidwest-Drenthe Zuid)
Wat een ballast van een peerd (Ruinerwold)