Ook: ...gare, ...geerde, ..gaorde (Midden-Drenthe), ..gaar (Zuidoost-Drenthe), ..garre (Zuidwest-Drenthe), ..garde (Zuidwest-Drenthe)
lange twijg - meestal van de (water)wilg - gebruikt bij het dekken van stro of riet en bij het maken
Wij hebt de dekker op het huus, nou murre wij baandgarden snien (Havelte)
Pak mij ies even een bandgaarde, dat peerd wil niet lopen (Padhuis)
Aj dat nog ies een keer wèer doet, dan kreej met de baandgare (Beilen)
Een baandgarde um de takkebos (Hollandscheveld)
uitgesproken
bandentwieg
lange dunne stok van vuilboom, gebruikt bij het rietdekken, om het riet neer te drukken
Zie ook: