bangerd -s, de, Zuidwest-Drenthe
  1. bang persoon(Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Zie ook:
  2. sterk persoon(Zuidwest-Drenthe Noord)

    Het is zo'n bangerd van een kerel, ... van een wief (Diever)

    Zie ook:
  3. in

    de bangerd achter het gat hebben

    gevroren

    Hij har de bangerd achter het gat, hij nevelde der langes (Ruinerwold)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...