baoivanger de, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: baalvanger, banjevanger, baai..., banje... (Zuidwest-Drenthe Zuid), bei..., baal..., ..ganger (Zuidwest-Drenthe Zuid), beivanger

  1. persoon, die alles aandurft, maar vooral gezegd van een feeks

    Hie hef een baoivanger van een wief kregen (Balloo)

    Zie ook:
  2. speels, ondeugend kind of onhebbelijk(e) vrouw of meisje (Pes), rap, ondeugend kind

    Zie ook:
  3. soort jas (

    molvanger

    Bron: J. Bergsma, Woordenboek, bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen. Groningen 1906 Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...