bats III bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
  1. verwaand, trots

    Wat kik die bats toe

    zie ook

    Zie ook:
  2. mooi, keurig gekleed(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

    Moej dennend zeen, wat steeit e der bats op (Gasselte)

    Zie ook:
  3. nors, stuurs, kortaf(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    Hij kan het zo bats zeggen (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...