antwoord geven
Het deupen geit maor zo neit, ze mout de deupvraogen eerst met jao beantwoorden (Vries)
Ik heb hum de vraoge beantwoord (Barger Oosterveld)
Mu'k al die vraogen beantwoorden? (Coevorden)
Ik zal de vraoge met
jao beantwoorden (Stieltjeskanaal)
Ik heb alles naor èer en geweten zuver beantwoord (Hijken)
voldoen aan
Hij
beant
woordde niet an de verwaachting (Ruinen)
als vader of getuige de vragen na het doopformulier beantwoorden
Zien bes hef hum beantwoord
Iene gek kan meer vraogen as tien wiezen kunnen beantwoorden (Vledder)