Ook: bedaarven (Zuidwest-Drenthe Noord)
bederven
Aj dat peerd klappen geeft, kuj hum hielmaol bedarven (Mantinge)
Die jong is stok en steein bedörven (Gasselte)
IJ hebt dat hiele taofelklied bedörven met je gemos (Zweelo)
Hij kun het niet bai hom bedaarven (Roderwolde)
Daor is niks an te bedarven
centen grabbelen, die door het bruidspaar worden gestrooid
Jammer van dat eten, het is bedörven (Noordscheschut)