bedenken
Ie moeten bedeinken, het gaot van kwaod töt arger (Smilde)
Het is moeilijk um een goeie zin te bedenken (Stieltjeskanaal)
Zie heb oes goed bedacht
waarnaast
Hej der al wat op bedacht?
pap uit roggemeel en water
(wederk.) zich bezinnen
Hij bedaacht zich eerst, veurdat e wat zee (Rolde)
Daor wi'k mij nog even over bedenken
tweede afval bij het hekelen van vlas
Ik bedèenke mij daor dat wij nog gien brood hebben
op vuile, ruwe wijze