Spellingvarianten als bij: bedoelen
doel, oogmerk
Hij hef dat met een bedoeling daon (Exlo)
Ik heb dat hoes koft, mar dat was niet de bedoeling; het gung mij um het striekgeld (Weerdinge)
voornemen, plan
Het is de bedoeling, daw 't aovend bij mekaar koomt (Ruinerwold)
Hij hef altied wel goeie bedoelings, mar er komt weinig van terechte (Zuidwolde)
zin, betekenis
Wat is de bedoeling van die iene knop an je radio? (Sleen)