bedompen bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)
  1. muf

    Het rook zo bedompen in dei kamer (Barger Oosterveld)

    Zie ook:
  2. mistig

    Het is bedompen weer (Valthermond)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...